Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
structuralist. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
structuralist, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
structuralist in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
structuralist is hier. De definitie van het woord
structuralist zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
structuralist, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de structuralist m
- (bouwkunde) aanhanger van de Nederlandse architectuurstijl die, geïnspireerd door de theorie van de Zwitserse taalkundige Ferdinand de Saussure, zich kenmerkt door gebouwen met een geometrische structuur samengesteld uit vaak kleine eenheden die gerelateerd zijn aan de menselijke maat
- Het Nieuwe Instituut in Rotterdam opent morgen een dubbeltentoonstelling over het Nederlands structuralisme. Curator is de laatste, nog levende structuralist Herman Hertzberger, de vitale grand old man van wie onlangs nog zijn meesterwerk, het Utrechtse Muziekcentrum Vredenburg, in ere is hersteld. [1]
- (muziek) aanhanger van de muziekstroming uit de 20ste eeuw die, in navolging van de architectuurstroming structuralisme en diens taalkundige model, gekenmerkt wordt door een analyse van de elementen van een compositie die inzicht zouden (moeten) verschaffen over de opbouw van de compositie zelf.
- Hij luisterde naar de Sex Pistols en de Ramones, maar ook naar stukken van de Duitse structuralist Karlheinz Stockhausen en de Griekse componist en architect Iannis Xenakis. Zo raakte hij geïnteresseerd in non-geluiden: sinusgolven en witte ruis, sindsdien de basis van bijna al zijn composities. [2]
- (taalkunde) aanhanger van het structuralisme, de theorie van Ferdinand de Saussure, die gebaseerd is op de wederzijdse wisselwerking van de elementen van een taal die dan samen een herkenbaar structuur vormen.
80 % |
van de Nederlanders;
|
81 % |
van de Vlamingen.[3]
|