technicus

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord technicus. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord technicus, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je technicus in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord technicus is hier. De definitie van het woord technicus zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantechnicus, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tech·ni·cus
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘deskundige in de techniek’ voor het eerst aangetroffen in 1872
  • afgeleid van techniek met het achtervoegsel -icus
enkelvoud meervoud
naamwoord technicus technici
verkleinwoord technicusje technicusjes

Zelfstandig naamwoord

de technicusm

  1. (beroep) iemand die zich door middel van studie of ervaring techniek eigen heeft gemaakt en die techniek kan toepassen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen