trouwkleed

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord trouwkleed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord trouwkleed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je trouwkleed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord trouwkleed is hier. De definitie van het woord trouwkleed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantrouwkleed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een trouwkleed met sleep
  • trouw·kleed
enkelvoud meervoud
naamwoord trouwkleed trouwkleren
trouwklederen
verkleinwoord

het trouwkleedo

  1. jurk die door de bruid speciaal wordt aangekocht of op maat gemaakt voor op de huwelijksdag
    • Het gezicht van Maria Anna is behoorlijk gedetailleerd geschilderd, maar de zilveren jurk (het officiële trouwkleed voor de allerhoogste adel, zo ontdekte een kostuumhistorica) is veel vluchtiger opgezet.[2] 
    • Bakken geld worden er tegen de huwelijksdag aan gegooid en weer legt de deskundige het verschil met de koele Nederlander uit. De kijker mag een kijkje nemen in het meisjesparadijs bij uitstek, de winkel waar het 'trouwkleed'aangeschaft wordt door een bloedserieuze aanstaande bruid.[3] 
   1. zie: bruidsjurk   
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Volkskrant Sacha Bronwasser 7 mei 2008
  3. NRC Caroline Griep 11 april 1992