tut

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tut. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tut, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tut in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tut is hier. De definitie van het woord tut zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantut, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tut
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tussenwerpsel: uitdrukking van ongeduld’ voor het eerst aangetroffen in 1567
enkelvoud meervoud
naamwoord tut tutten
verkleinwoord tutje tutjes

Zelfstandig naamwoord

de tutv

  1. niet al te slimme persoon (meestal een vrouw)
  2. speen, fopspeen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
tutten

tut

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van tutten
  2. gebiedende wijs van tutten

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.

Verwijzingen