tweehonderdenvijfennegentig

Nederlands

0	2	9	5

tweehonderdenvijfennegentig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  tweehonderdenvijfennegentig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈvɛifəˌneɣə(n)təx / (9 lettergrepen)

Woordafbreking

• twee·hon·derd·en·vijf·en·ne·gen·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  vijfennegentig ht 

Hoofdtelwoord

tweehonderdenvijfennegentig

1. "295", langere vorm van tweehonderdvijfennegentig, tweehonderd plus vijfennegentig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenvijfennegentig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenvijfennegentig. 

Synoniemen

• tweehonderdvijfennegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenvijfennegentig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• tweehonderdenvijfennegentigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenvijfennegentig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenvijfennegentigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'tweehonderdenvijfennegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen