Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
tweelicht. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
tweelicht, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
tweelicht in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
tweelicht is hier. De definitie van het woord
tweelicht zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
tweelicht, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Vermoedelijk een zestiende-eeuwse samenstelling van twee en licht.[1]
het tweelicht o
- (verouderd) de tijd van de dag waarop het licht dan wel donker wordt
- Het tweelicht komt vroeg in de winter.
- (verouderd) tussen licht en donker, op de tijd van de dag waarop het licht dan wel donker wordt
- Door het tweelicht kon hij enkel de vage contouren van zijn vrienden onderscheiden.
- deemsteren, schemeren
- zonsondergang, avonddeemster, avonddeemstering, avondschemering, vooravond, valavond, zonsopgang, ochtendschemering, ochtenddeemster, ochtenddeemstering, ochtendgloren, ochtendkrieken, ochtendstond, dageraad
- crepusculair
1. de tijd van de dag waarop het licht dan wel donker wordt