vervoeging van de bedrijvende vorm van uitbannen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitbannen | uit te bannen | ||||||||
toekomend | zullen uitbannen uit zullen bannen |
te zullen uitbannen uit te zullen bannen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben uitgebannen | te hebben uitgebannen | ||||||||
toekomend | uitgebannen zullen hebben | uitgebannen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
uitbannend | uitgebannen | ev. ban uit |
mv. verouderd bant uit |
banne uit (bijzin) uitbanne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | ban uit | bant uit | bant uit | bant uit | bant uit | bannen uit | bannen uit | bannen uit | |||
verleden (o.v.t.) | bande uit | bande uit | bande uit | bande uit | bande uit | banden uit | banden uit | banden uit | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitbannen | zult/zal uitbannen | zult/zal uitbannen | zult uitbannen | zal uitbannen | zullen uitbannen | zullen uitbannen | zullen uitbannen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitbannen | zou uitbannen | zou(dt) uitbannen | zoudt uitbannen | zou uitbannen | zouden uitbannen | zouden uitbannen | zouden uitbannen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | uitban | uitbant | uitbant | uitbant | uitbant | uitbannen | uitbannen | uitbannen | |||
verleden (o.v.t.) | uitbande | uitbande | uitbande | uitbande | uitbande | uitbanden | uitbanden | uitbanden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitbannen uit zal bannen |
zult/zal uitbannen uit zult/zal bannen |
zult/zal uitbannen uit zult/zal bannen |
zult uitbannen uit zult bannen |
zal uitbannen uit zal bannen |
zullen uitbannen uit zullen bannen |
zullen uitbannen uit zullen bannen |
zullen uitbannen uit zullen bannen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitbannen uit zou bannen |
zou uitbannen uit zou bannen |
zou(dt) uitbannen uit zou(dt) bannen |
zoudt uitbannen uit zoudt bannen |
zou uitbannen uit zou bannen |
zouden uitbannen uit zouden bannen |
zouden uitbannen uit zouden bannen |
zouden uitbannen uit zouden bannen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb uitgebannen | hebt uitgebannen | hebt/heeft uitgebannen | hebt uitgebannen | heeft uitgebannen | hebben uitgebannen | hebben uitgebannen | hebben uitgebannen | |||
verleden (v.v.t.) | had uitgebannen | had uitgebannen | had uitgebannen | hadt uitgebannen | had uitgebannen | hadden uitgebannen | hadden uitgebannen | hadden uitgebannen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgebannen hebben | zal/zult uitgebannen hebben | zult/zal uitgebannen hebben | zult uitgebannen hebben | zal uitgebannen hebben | zullen uitgebannen hebben | zullen uitgebannen hebben | zullen uitgebannen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgebannen hebben | zou uitgebannen hebben | zou/zoudt uitgebannen hebben | zoudt uitgebannen hebben | zou uitgebannen hebben | zouden uitgebannen hebben | zouden uitgebannen hebben | zouden uitgebannen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm uitgebannen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt uitgebannen | er is uitgebannen | |||||||||
verleden | er werd uitgebannen | er was uitgebannen | |||||||||
toekomend | er zal uitgebannen worden | er zal uitgebannen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou uitgebannen worden | er zou uitgebannen zijn | |||||||||
lijdende vorm uitgebannen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitgebannen worden | uitgebannen te worden | ||||||||
toekomend | uitgebannen zullen worden | uitgebannen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | uitgebannen zijn | uitgebannen te zijn | ||||||||
toekomend | uitgebannen zullen zijn | uitgebannen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word uitgebannen | wordt uitgebannen | wordt uitgebannen | wordt uitgebannen | wordt uitgebannen | worden uitgebannen | worden uitgebannen | worden uitgebannen | |||
verleden (o.v.t.) | werd uitgebannen | werd uitgebannen | werd uitgebannen | werdt uitgebannen | werd uitgebannen | werden uitgebannen | werden uitgebannen | werden uitgebannen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitgebannen worden | zult uitgebannen worden | zult uitgebannen worden | zult uitgebannen worden | zal uitgebannen worden | zullen uitgebannen worden | zullen uitgebannen worden | zullen uitgebannen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitgebannen worden | zou uitgebannen worden | zou/zoudt uitgebannen worden | zoudt uitgebannen worden | zou uitgebannen worden | zouden uitgebannen worden | zouden uitgebannen worden | zouden uitgebannen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben uitgebannen | bent uitgebannen | bent/is uitgebannen | zijt uitgebannen | is uitgebannen | zijn uitgebannen | zijn uitgebannen | zijn uitgebannen | |||
verleden (v.v.t.) | was uitgebannen | was uitgebannen | was uitgebannen | waart uitgebannen | was uitgebannen | waren uitgebannen | waren uitgebannen | waren uitgebannen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgebannen zijn | zult uitgebannen zijn | zult uitgebannen zijn | zult uitgebannen zijn | zal uitgebannen zijn | zullen uitgebannen zijn | zullen uitgebannen zijn | zullen uitgebannen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgebannen zijn | zou uitgebannen zijn | zou/zoudt uitgebannen zijn | zoudt uitgebannen zijn | zou uitgebannen zijn | zouden uitgebannen zijn | zouden uitgebannen zijn | zouden uitgebannen zijn |