vervoeging van de bedrijvende vorm van uitglijden onbepaalde wijs kort lang onvoltooid tegenwoordig uitglijden uit te glijden toekomend zullen uitglijden...
Geluid: uitglijdend (hulp, bestand) uit·glij·dend uitglijdend onvoltooid deelwoord van uitglijden Het woord uitglijdend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: uitglijd (hulp, bestand) uit·glijd uitglijd (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden ... dat ik uitglijd. Het...
Geluid: uitglijdende (hulp, bestand) uit·glij·den·de uitglijdende verbogen vorm van uitglijdend, het onvoltooid deelwoord van uitglijden Het woord...
Geluid: uitgegleden (hulp, bestand) uit·ge·gle·den vervoeging van uitglijden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van uit bw en gegleden...
van uitglijden Ik glij uit. gebiedende wijs van uitglijden Glij uit! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden Glij...
van uitglijden Ik glijd uit. gebiedende wijs van uitglijden Glijd uit! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden Glijd...
enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden Jij glijdt uit. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden Hij glijdt uit. (verouderd) gebiedende...
tegenwoordige tijd van uitglijden ... dat jij uitglijdt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden ... dat hij uitglijdt...
uitglij (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitglijden ... dat ik uitglij. Het woord uitglij staat in de Woordenlijst Nederlandse...