vervoeging van de bedrijvende vorm van uitwinnen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitwinnen | uit te winnen | ||||||||
toekomend | zullen uitwinnen uit zullen winnen |
te zullen uitwinnen uit te zullen winnen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben uitgewonnen | te hebben uitgewonnen | ||||||||
toekomend | uitgewonnen zullen hebben | uitgewonnen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
uitwinnend | uitgewonnen | ev. win uit |
mv. verouderd wint uit |
winne uit (bijzin) uitwinne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | win uit | wint uit | wint uit | wint uit | wint uit | winnen uit | winnen uit | winnen uit | |||
verleden (o.v.t.) | won uit | won uit | won uit | won uit | won uit | wonnen uit | wonnen uit | wonnen uit | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitwinnen | zult/zal uitwinnen | zult/zal uitwinnen | zult uitwinnen | zal uitwinnen | zullen uitwinnen | zullen uitwinnen | zullen uitwinnen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitwinnen | zou uitwinnen | zou(dt) uitwinnen | zoudt uitwinnen | zou uitwinnen | zouden uitwinnen | zouden uitwinnen | zouden uitwinnen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | uitwin | uitwint | uitwint | uitwint | uitwint | uitwinnen | uitwinnen | uitwinnen | |||
verleden (o.v.t.) | uitwon | uitwon | uitwon | uitwon | uitwon | uitwonnen | uitwonnen | uitwonnen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitwinnen uit zal winnen |
zult/zal uitwinnen uit zult/zal winnen |
zult/zal uitwinnen uit zult/zal winnen |
zult uitwinnen uit zult winnen |
zal uitwinnen uit zal winnen |
zullen uitwinnen uit zullen winnen |
zullen uitwinnen uit zullen winnen |
zullen uitwinnen uit zullen winnen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitwinnen uit zou winnen |
zou uitwinnen uit zou winnen |
zou(dt) uitwinnen uit zou(dt) winnen |
zoudt uitwinnen uit zoudt winnen |
zou uitwinnen uit zou winnen |
zouden uitwinnen uit zouden winnen |
zouden uitwinnen uit zouden winnen |
zouden uitwinnen uit zouden winnen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb uitgewonnen | hebt uitgewonnen | hebt/heeft uitgewonnen | hebt uitgewonnen | heeft uitgewonnen | hebben uitgewonnen | hebben uitgewonnen | hebben uitgewonnen | |||
verleden (v.v.t.) | had uitgewonnen | had uitgewonnen | had uitgewonnen | hadt uitgewonnen | had uitgewonnen | hadden uitgewonnen | hadden uitgewonnen | hadden uitgewonnen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgewonnen hebben | zal/zult uitgewonnen hebben | zult/zal uitgewonnen hebben | zult uitgewonnen hebben | zal uitgewonnen hebben | zullen uitgewonnen hebben | zullen uitgewonnen hebben | zullen uitgewonnen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgewonnen hebben | zou uitgewonnen hebben | zou/zoudt uitgewonnen hebben | zoudt uitgewonnen hebben | zou uitgewonnen hebben | zouden uitgewonnen hebben | zouden uitgewonnen hebben | zouden uitgewonnen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm uitgewonnen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt uitgewonnen | er is uitgewonnen | |||||||||
verleden | er werd uitgewonnen | er was uitgewonnen | |||||||||
toekomend | er zal uitgewonnen worden | er zal uitgewonnen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou uitgewonnen worden | er zou uitgewonnen zijn | |||||||||
lijdende vorm uitgewonnen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitgewonnen worden | uitgewonnen te worden | ||||||||
toekomend | uitgewonnen zullen worden | uitgewonnen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | uitgewonnen zijn | uitgewonnen te zijn | ||||||||
toekomend | uitgewonnen zullen zijn | uitgewonnen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word uitgewonnen | wordt uitgewonnen | wordt uitgewonnen | wordt uitgewonnen | wordt uitgewonnen | worden uitgewonnen | worden uitgewonnen | worden uitgewonnen | |||
verleden (o.v.t.) | werd uitgewonnen | werd uitgewonnen | werd uitgewonnen | werdt uitgewonnen | werd uitgewonnen | werden uitgewonnen | werden uitgewonnen | werden uitgewonnen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitgewonnen worden | zult uitgewonnen worden | zult uitgewonnen worden | zult uitgewonnen worden | zal uitgewonnen worden | zullen uitgewonnen worden | zullen uitgewonnen worden | zullen uitgewonnen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitgewonnen worden | zou uitgewonnen worden | zou/zoudt uitgewonnen worden | zoudt uitgewonnen worden | zou uitgewonnen worden | zouden uitgewonnen worden | zouden uitgewonnen worden | zouden uitgewonnen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben uitgewonnen | bent uitgewonnen | bent/is uitgewonnen | zijt uitgewonnen | is uitgewonnen | zijn uitgewonnen | zijn uitgewonnen | zijn uitgewonnen | |||
verleden (v.v.t.) | was uitgewonnen | was uitgewonnen | was uitgewonnen | waart uitgewonnen | was uitgewonnen | waren uitgewonnen | waren uitgewonnen | waren uitgewonnen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgewonnen zijn | zult uitgewonnen zijn | zult uitgewonnen zijn | zult uitgewonnen zijn | zal uitgewonnen zijn | zullen uitgewonnen zijn | zullen uitgewonnen zijn | zullen uitgewonnen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgewonnen zijn | zou uitgewonnen zijn | zou/zoudt uitgewonnen zijn | zoudt uitgewonnen zijn | zou uitgewonnen zijn | zouden uitgewonnen zijn | zouden uitgewonnen zijn | zouden uitgewonnen zijn |