use

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord use. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord use, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je use in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord use is hier. De definitie van het woord use zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuse, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Engels

Uitspraak
Naar frequentie 92 (werkwoord


vervoeging
onbepaalde wijs to  use 
he/she/it  uses 
verleden tijd  used 
voltooid
deelwoord
 used 
onvoltooid
deelwoord
 using 
gebiedende wijs  use 

Werkwoord

use

  1. gebruiken
    «He uses Wikipedia a lot for his classes.»
    Hij gebruikt Wikipedia vaak voor zijn lessen.
Uitdrukkingen en gezegden
  • to use something over (again)
iets hergebruiken
  • to use something up
iets opgebruiken
  • to put something in (to) use
iets beginnen te gebruiken
  • (figuurlijk) to use one's head
je eigen intelligentie gebruiken
Naar frequentie 283 (naamwoord


enkelvoud meervoud
use uses

Zelfstandig naamwoord

use

  1. gebruik, nut
    «What use is that?»
    Wat voor nut heeft dat?
Uitdrukkingen en gezegden
  • in use
geoccupeerd
  • it's no use
het is hopeloos
  • to make use of something
iets goed gebruiken
  • to put something to (good) use
een vaardigheid gebruiken
  • a fat lot of use
niet nuttig


Frans

Werkwoord

vervoeging van
user

use

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van user
  1. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van user
  2. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van user


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
usar

use

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van usar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van usar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van usar