vervoeging van de bedrijvende vorm van verhullen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verhullen | te verhullen | ||||||||
toekomend | zullen verhullen | te zullen verhullen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben verhuld | te hebben verhuld | ||||||||
toekomend | verhuld zullen hebben | verhuld te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verhullend | verhuld | ev. verhul |
mv. verouderd verhult |
verhulle | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verhul | verhult | verhult | verhult | verhult | verhullen | verhullen | verhullen | |||
verleden (o.v.t.) | verhulde | verhulde | verhulde | verhulde | verhulde | verhulden | verhulden | verhulden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verhullen | zult/zal verhullen | zult/zal verhullen | zult verhullen | zal verhullen | zullen verhullen | zullen verhullen | zullen verhullen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verhullen | zou verhullen | zou(dt) verhullen | zoudt verhullen | zou verhullen | zouden verhullen | zouden verhullen | zouden verhullen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb verhuld | hebt verhuld | hebt/heeft verhuld | hebt verhuld | heeft verhuld | hebben verhuld | hebben verhuld | hebben verhuld | |||
verleden (v.v.t.) | had verhuld | had verhuld | had verhuld | hadt verhuld | had verhuld | hadden verhuld | hadden verhuld | hadden verhuld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verhuld hebben | zal/zult verhuld hebben | zult/zal verhuld hebben | zult verhuld hebben | zal verhuld hebben | zullen verhuld hebben | zullen verhuld hebben | zullen verhuld hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verhuld hebben | zou verhuld hebben | zou/zoudt verhuld hebben | zoudt verhuld hebben | zou verhuld hebben | zouden verhuld hebben | zouden verhuld hebben | zouden verhuld hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm verhuld worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verhuld | er is verhuld | |||||||||
verleden | er werd verhuld | er was verhuld | |||||||||
toekomend | er zal verhuld worden | er zal verhuld zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verhuld worden | er zou verhuld zijn | |||||||||
lijdende vorm verhuld worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verhuld worden | verhuld te worden | ||||||||
toekomend | verhuld zullen worden | verhuld te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verhuld zijn | verhuld te zijn | ||||||||
toekomend | verhuld zullen zijn | verhuld te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verhuld | wordt verhuld | wordt verhuld | wordt verhuld | wordt verhuld | worden verhuld | worden verhuld | worden verhuld | |||
verleden (o.v.t.) | werd verhuld | werd verhuld | werd verhuld | werdt verhuld | werd verhuld | werden verhuld | werden verhuld | werden verhuld | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verhuld worden | zult verhuld worden | zult verhuld worden | zult verhuld worden | zal verhuld worden | zullen verhuld worden | zullen verhuld worden | zullen verhuld worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verhuld worden | zou verhuld worden | zou/zoudt verhuld worden | zoudt verhuld worden | zou verhuld worden | zouden verhuld worden | zouden verhuld worden | zouden verhuld worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verhuld | bent verhuld | bent/is verhuld | zijt verhuld | is verhuld | zijn verhuld | zijn verhuld | zijn verhuld | |||
verleden (v.v.t.) | was verhuld | was verhuld | was verhuld | waart verhuld | was verhuld | waren verhuld | waren verhuld | waren verhuld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verhuld zijn | zult verhuld zijn | zult verhuld zijn | zult verhuld zijn | zal verhuld zijn | zullen verhuld zijn | zullen verhuld zijn | zullen verhuld zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verhuld zijn | zou verhuld zijn | zou/zoudt verhuld zijn | zoudt verhuld zijn | zou verhuld zijn | zouden verhuld zijn | zouden verhuld zijn | zouden verhuld zijn |