vervoeging van de bedrijvende vorm van verlangen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verlangen | te verlangen | ||||||||
toekomend | zullen verlangen | te zullen verlangen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben verlangd | te hebben verlangd | ||||||||
toekomend | verlangd zullen hebben | verlangd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verlangend | verlangd | ev. verlang |
mv. verouderd verlangt |
verlange | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verlang | verlangt | verlangt | verlangt | verlangt | verlangen | verlangen | verlangen | |||
verleden (o.v.t.) | verlangde | verlangde | verlangde | verlangde | verlangde | verlangden | verlangden | verlangden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verlangen | zult/zal verlangen | zult/zal verlangen | zult verlangen | zal verlangen | zullen verlangen | zullen verlangen | zullen verlangen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verlangen | zou verlangen | zou(dt) verlangen | zoudt verlangen | zou verlangen | zouden verlangen | zouden verlangen | zouden verlangen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb verlangd | hebt verlangd | hebt/heeft verlangd | hebt verlangd | heeft verlangd | hebben verlangd | hebben verlangd | hebben verlangd | |||
verleden (v.v.t.) | had verlangd | had verlangd | had verlangd | hadt verlangd | had verlangd | hadden verlangd | hadden verlangd | hadden verlangd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verlangd hebben | zal/zult verlangd hebben | zult/zal verlangd hebben | zult verlangd hebben | zal verlangd hebben | zullen verlangd hebben | zullen verlangd hebben | zullen verlangd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verlangd hebben | zou verlangd hebben | zou/zoudt verlangd hebben | zoudt verlangd hebben | zou verlangd hebben | zouden verlangd hebben | zouden verlangd hebben | zouden verlangd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm verlangd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verlangd | er is verlangd | |||||||||
verleden | er werd verlangd | er was verlangd | |||||||||
toekomend | er zal verlangd worden | er zal verlangd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verlangd worden | er zou verlangd zijn | |||||||||
lijdende vorm verlangd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verlangd worden | verlangd te worden | ||||||||
toekomend | verlangd zullen worden | verlangd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verlangd zijn | verlangd te zijn | ||||||||
toekomend | verlangd zullen zijn | verlangd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verlangd | wordt verlangd | wordt verlangd | wordt verlangd | wordt verlangd | worden verlangd | worden verlangd | worden verlangd | |||
verleden (o.v.t.) | werd verlangd | werd verlangd | werd verlangd | werdt verlangd | werd verlangd | werden verlangd | werden verlangd | werden verlangd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verlangd worden | zult verlangd worden | zult verlangd worden | zult verlangd worden | zal verlangd worden | zullen verlangd worden | zullen verlangd worden | zullen verlangd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verlangd worden | zou verlangd worden | zou/zoudt verlangd worden | zoudt verlangd worden | zou verlangd worden | zouden verlangd worden | zouden verlangd worden | zouden verlangd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verlangd | bent verlangd | bent/is verlangd | zijt verlangd | is verlangd | zijn verlangd | zijn verlangd | zijn verlangd | |||
verleden (v.v.t.) | was verlangd | was verlangd | was verlangd | waart verlangd | was verlangd | waren verlangd | waren verlangd | waren verlangd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verlangd zijn | zult verlangd zijn | zult verlangd zijn | zult verlangd zijn | zal verlangd zijn | zullen verlangd zijn | zullen verlangd zijn | zullen verlangd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verlangd zijn | zou verlangd zijn | zou/zoudt verlangd zijn | zoudt verlangd zijn | zou verlangd zijn | zouden verlangd zijn | zouden verlangd zijn | zouden verlangd zijn |