vervoeging van de bedrijvende vorm van verslijpen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verslijpen | te verslijpen | ||||||||
toekomend | zullen verslijpen | te zullen verslijpen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] verslepen | te hebben[1]/zijn[2] verslepen | ||||||||
toekomend | verslepen zullen hebben[1]/zijn[2] | verslepen te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verslijpend | verslepen | ev. verslijp |
mv. verouderd verslijpt |
verslijpe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verslijp | verslijpt | verslijpt | verslijpt | verslijpt | verslijpen | verslijpen | verslijpen | |||
verleden (o.v.t.) | versleep | versleep | versleep | versleept | versleep | verslepen | verslepen | verslepen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verslijpen | zult/zal verslijpen | zult/zal verslijpen | zult verslijpen | zal verslijpen | zullen verslijpen | zullen verslijpen | zullen verslijpen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verslijpen | zou verslijpen | zou(dt) verslijpen | zoudt verslijpen | zou verslijpen | zouden verslijpen | zouden verslijpen | zouden verslijpen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm verslepen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verslepen | er is verslepen | |||||||||
verleden | er werd verslepen | er was verslepen | |||||||||
toekomend | er zal verslepen worden | er zal verslepen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verslepen worden | er zou verslepen zijn | |||||||||
lijdende vorm verslepen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verslepen worden | verslepen te worden | ||||||||
toekomend | verslepen zullen worden | verslepen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verslepen zijn | verslepen te zijn | ||||||||
toekomend | verslepen zullen zijn | verslepen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verslepen | wordt verslepen | wordt verslepen | wordt verslepen | wordt verslepen | worden verslepen | worden verslepen | worden verslepen | |||
verleden (o.v.t.) | werd verslepen | werd verslepen | werd verslepen | werdt verslepen | werd verslepen | werden verslepen | werden verslepen | werden verslepen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verslepen worden | zult verslepen worden | zult verslepen worden | zult verslepen worden | zal verslepen worden | zullen verslepen worden | zullen verslepen worden | zullen verslepen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verslepen worden | zou verslepen worden | zou/zoudt verslepen worden | zoudt verslepen worden | zou verslepen worden | zouden verslepen worden | zouden verslepen worden | zouden verslepen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verslepen | bent verslepen | bent/is verslepen | zijt verslepen | is verslepen | zijn verslepen | zijn verslepen | zijn verslepen | |||
verleden (v.v.t.) | was verslepen | was verslepen | was verslepen | waart verslepen | was verslepen | waren verslepen | waren verslepen | waren verslepen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verslepen zijn | zult verslepen zijn | zult verslepen zijn | zult verslepen zijn | zal verslepen zijn | zullen verslepen zijn | zullen verslepen zijn | zullen verslepen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verslepen zijn | zou verslepen zijn | zou/zoudt verslepen zijn | zoudt verslepen zijn | zou verslepen zijn | zouden verslepen zijn | zouden verslepen zijn | zouden verslepen zijn |