vouwdeur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vouwdeur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vouwdeur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vouwdeur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vouwdeur is hier. De definitie van het woord vouwdeur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvouwdeur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vouw·deur
enkelvoud meervoud
naamwoord vouwdeur vouwdeuren
verkleinwoord vouwdeurtje vouwdeurtjes

de vouwdeurv / m

  1. een deur die men opent door hem op te vouwen
    • Tijdens douchen voorkomt een kunststof vouwdeur een nat toiletgedeelte en – slim! – de houten toegangsdeur is met kunststof bekleed tegen spetters. [2] 
    • Aan de kant van de voetbalvelden is het gebouw door grote glaspuien en vouwdeuren zo transparant mogelijk gemaakt. Overal is goed zicht op de velden. [3] 
95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]