Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
wandelen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
wandelen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
wandelen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
wandelen is hier. De definitie van het woord
wandelen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
wandelen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
wandelen
- ergatief gericht een wandeling maken
- Ik ben gisteren naar de Griete gewandeld.
- ▸ De moeder van 11 kinderen had pas op latere leeftijd het wandelen ontdekt.[3]
- inergatief ongericht een wandeling maken
- Mijn vader heeft altijd veel gewandeld.
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
- ofwel van *wandon "zich wenden, zich veranderen", oorsprong van het tegenwoordige "winden"
- ofwel van *wandjan "wenden"[2]
wandelen
- zich veranderen
- heen en weer gaan, ronddwalen