weekdag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord weekdag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord weekdag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je weekdag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord weekdag is hier. De definitie van het woord weekdag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanweekdag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • week·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord weekdag weekdagen
verkleinwoord - -

de weekdagm

  1. (tijdrekening) een doordeweekse dag en kan betreffen maandag, dinsdag, woensdag, donderdag of vrijdag
    • Op een weekdag moet ik werken. 
91 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be