vervoeging van de bedrijvende vorm van wegmaaien | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | wegmaaien | weg te maaien | ||||||||
toekomend | zullen wegmaaien weg zullen maaien |
te zullen wegmaaien weg te zullen maaien | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben weggemaaid | te hebben weggemaaid | ||||||||
toekomend | weggemaaid zullen hebben | weggemaaid te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
wegmaaiend | weggemaaid | ev. maai weg |
mv. verouderd maait weg |
maaie weg (bijzin) wegmaaie | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | maai weg | maait weg | maait weg | maait weg | maait weg | maaien weg | maaien weg | maaien weg | |||
verleden (o.v.t.) | maaide weg | maaide weg | maaide weg | maaide weg | maaide weg | maaiden weg | maaiden weg | maaiden weg | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal wegmaaien | zult/zal wegmaaien | zult/zal wegmaaien | zult wegmaaien | zal wegmaaien | zullen wegmaaien | zullen wegmaaien | zullen wegmaaien | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou wegmaaien | zou wegmaaien | zou(dt) wegmaaien | zoudt wegmaaien | zou wegmaaien | zouden wegmaaien | zouden wegmaaien | zouden wegmaaien | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | wegmaai | wegmaait | wegmaait | wegmaait | wegmaait | wegmaaien | wegmaaien | wegmaaien | |||
verleden (o.v.t.) | wegmaaide | wegmaaide | wegmaaide | wegmaaide | wegmaaide | wegmaaiden | wegmaaiden | wegmaaiden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal wegmaaien weg zal maaien |
zult/zal wegmaaien weg zult/zal maaien |
zult/zal wegmaaien weg zult/zal maaien |
zult wegmaaien weg zult maaien |
zal wegmaaien weg zal maaien |
zullen wegmaaien weg zullen maaien |
zullen wegmaaien weg zullen maaien |
zullen wegmaaien weg zullen maaien | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou wegmaaien weg zou maaien |
zou wegmaaien weg zou maaien |
zou(dt) wegmaaien weg zou(dt) maaien |
zoudt wegmaaien weg zoudt maaien |
zou wegmaaien weg zou maaien |
zouden wegmaaien weg zouden maaien |
zouden wegmaaien weg zouden maaien |
zouden wegmaaien weg zouden maaien | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb weggemaaid | hebt weggemaaid | hebt/heeft weggemaaid | hebt weggemaaid | heeft weggemaaid | hebben weggemaaid | hebben weggemaaid | hebben weggemaaid | |||
verleden (v.v.t.) | had weggemaaid | had weggemaaid | had weggemaaid | hadt weggemaaid | had weggemaaid | hadden weggemaaid | hadden weggemaaid | hadden weggemaaid | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal weggemaaid hebben | zal/zult weggemaaid hebben | zult/zal weggemaaid hebben | zult weggemaaid hebben | zal weggemaaid hebben | zullen weggemaaid hebben | zullen weggemaaid hebben | zullen weggemaaid hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou weggemaaid hebben | zou weggemaaid hebben | zou/zoudt weggemaaid hebben | zoudt weggemaaid hebben | zou weggemaaid hebben | zouden weggemaaid hebben | zouden weggemaaid hebben | zouden weggemaaid hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm weggemaaid worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt weggemaaid | er is weggemaaid | |||||||||
verleden | er werd weggemaaid | er was weggemaaid | |||||||||
toekomend | er zal weggemaaid worden | er zal weggemaaid zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou weggemaaid worden | er zou weggemaaid zijn | |||||||||
lijdende vorm weggemaaid worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | weggemaaid worden | weggemaaid te worden | ||||||||
toekomend | weggemaaid zullen worden | weggemaaid te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | weggemaaid zijn | weggemaaid te zijn | ||||||||
toekomend | weggemaaid zullen zijn | weggemaaid te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word weggemaaid | wordt weggemaaid | wordt weggemaaid | wordt weggemaaid | wordt weggemaaid | worden weggemaaid | worden weggemaaid | worden weggemaaid | |||
verleden (o.v.t.) | werd weggemaaid | werd weggemaaid | werd weggemaaid | werdt weggemaaid | werd weggemaaid | werden weggemaaid | werden weggemaaid | werden weggemaaid | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal weggemaaid worden | zult weggemaaid worden | zult weggemaaid worden | zult weggemaaid worden | zal weggemaaid worden | zullen weggemaaid worden | zullen weggemaaid worden | zullen weggemaaid worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou weggemaaid worden | zou weggemaaid worden | zou/zoudt weggemaaid worden | zoudt weggemaaid worden | zou weggemaaid worden | zouden weggemaaid worden | zouden weggemaaid worden | zouden weggemaaid worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben weggemaaid | bent weggemaaid | bent/is weggemaaid | zijt weggemaaid | is weggemaaid | zijn weggemaaid | zijn weggemaaid | zijn weggemaaid | |||
verleden (v.v.t.) | was weggemaaid | was weggemaaid | was weggemaaid | waart weggemaaid | was weggemaaid | waren weggemaaid | waren weggemaaid | waren weggemaaid | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal weggemaaid zijn | zult weggemaaid zijn | zult weggemaaid zijn | zult weggemaaid zijn | zal weggemaaid zijn | zullen weggemaaid zijn | zullen weggemaaid zijn | zullen weggemaaid zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou weggemaaid zijn | zou weggemaaid zijn | zou/zoudt weggemaaid zijn | zoudt weggemaaid zijn | zou weggemaaid zijn | zouden weggemaaid zijn | zouden weggemaaid zijn | zouden weggemaaid zijn |