winteren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord winteren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord winteren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je winteren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord winteren is hier. De definitie van het woord winteren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwinteren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • win·te·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
winteren
winterde
gewinterd
zwak -d volledig

winteren

  1. onpersoonlijk typisch winterweer vertonen
    • Als het vroeger lang winterde, vele dagen achtereen met strenge vorst, dan had je van die zogenaamde vorstvluchten van vogels. 
85 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be