zamel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zamel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zamel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zamel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zamel is hier. De definitie van het woord zamel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzamel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·mel

Werkwoord

vervoeging van
zamelen

zamel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zamelen
    • Ik zamel. 
  2. gebiedende wijs van zamelen
    • Zamel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zamelen
    • Zamel je? 

Gangbaarheid

Meer informatie


Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

zamel m

  1. (spreektaal) homo, nicht
    «J’suis l’homme, pas l’zamel.»
    Ik ben een man, geen mietje. [1]

Verwijzingen

  1. ↑
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 217
Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot