zero

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zero. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zero, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zero in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zero is hier. De definitie van het woord zero zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzero, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ro
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘telwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1578
  • van het Franse zéro of het Engels

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie ht.

Hoofdtelwoord

zero

  1. niets, nul
Afgeleide begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord zero zero's
verkleinwoord zerootje zerootjes

Zelfstandig naamwoord

de zerov / m

  1. iemand die niets te betekenen heeft
  2. rustdag
     Na zoveel drank had ik rust nodig en ik besloot een zero te nemen, dat wil zeggen nul kilometers lopen en een hele dag bijkomen.
Synoniemen
Anagrammen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Catalaans

Telwoord (cat)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

Hoofdtelwoord

zero

  1. nul


Engels

Uitspraak
Telwoord (Engels)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003

Hoofdtelwoord

zero

  1. nul


Italiaans

0 0 0 0
zero,
op een abacus


Telwoord (Italiaans)
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
50 51 52 53 54 55 56 57 58 59
60 61 62 63 64 65 66 67 68 69
70 71 72 73 74 75 76 77 78 79
80 81 82 83 84 85 86 87 88 89
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
106 109 1012 1015 1018 1021 1024 1027 1030 1033
1036 1039 1042 1045 1048 1051 1054 1057 1060 1063
1066 1069 1072 1075 1099 10100 10120 10303 103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ro
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zero

  1. nul, het getal 0
Afgeleide begrippen


Occitaans

Telwoord (oci)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500
6 16 60 600
7 17 70 700
8 18 80 800
9 19 90 900

Hoofdtelwoord

zero

  1. nul


Pools

Telwoord (pol)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400 1012
5 15 50 500 1015
6 16 60 600 1018
7 17 70 700 1021
8 18 80 800 1024
9 19 90 900 1027

Hoofdtelwoord

zero

  1. nul


Portugees

Telwoord (por)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300
4 14 40 400
5 15 50 500
6 16 60 600
7 17 70 700
8 18 80 800
9 19 90 900

Hoofdtelwoord

zero

  1. nul