Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zij. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zij, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zij in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zij is hier. De definitie van het woord
zij zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zij, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- 3e persoon enkelvoud vrouwelijk, nominatief
- Heeft zij dat gezegd of was het haar echtgenoot?
- 3e persoon meervoud, nominatief
- Hebben zij dat gedaan of was het de oppositie?
- ▸ Heffingen maakten Chinese auto's niet duurder:Afgelopen zomer voerde de EU nog heffingen in om de Europese auto-industrie te beschermen tegen de veel goedkopere auto's uit China. Maar volgens brancheorganisatie Bovag hebben de heffingen niet geleid tot hogere prijzen voor Chinese elektrische auto's. "De Chinese bedrijven hebben de hogere prijzen kennelijk weten te absorberen. Dat laat ook zien hoe efficiënt zij auto's kunnen produceren", zegt Geert Brummelhuis van Bovag.
1. 3e persoon enkelvoud vrouwelijk
de zij v
- vrouwelijk individu
de zij v / m
- (anatomie) een van beide kanten van een lichaam.
- Hij lag niet op zijn zij, maar op zijn rug.
- (verouderd) richting, of onderdeel dat in een richting te vinden is
- (materiaalkunde) zachte, gladde stof gemaakt van cocons van de zijderups
1. een van beide kanten van een lichaam
zij
- aanvoegende wijs tegenwoordige tijd enkelvoud van zijn.
99 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.
|