zijgen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zijgen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zijgen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zijgen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zijgen is hier. De definitie van het woord zijgen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzijgen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zij·gen
  • In de betekenis van ‘langzaam neerdalen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1291 [1]
Middelnederlands: sigen, zigen [2]
Oudnederlands: sigan
Germaans: *sīgan
Indo-Europees: -
  • Verwant in Germaans:
West:
Angelsaksisch: sigan
Oudhoogduits: sigan, Duits: seigen
Noord: Oudnoords: síga
IJslands: síga
  • Andere Indo-Europese talen
Helleens: Oudgrieks: ἰκμάς
Italisch: Latijn: siare
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zijgen
zeeg
gezegen
klasse 1 volledig

zijgen

  1. ergatief naar beneden zakken, zich laten vallen
    • Zwijgend, traag als was het aarzlen, Zijgen d'eerste vlokken,... - II -- . 
    • Zwijgend traag als was het aarzlen,
      zijgen d'eerste vlokken, lijk
      witte bloemkens zonder stengel,
      uit het grauwe wolkenrijk.
       [3]
48 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[4]