Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zond. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zond, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zond in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zond is hier. De definitie van het woord
zond zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zond, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zond
- enkelvoud verleden tijd van zenden
- Ik zond.
- Jij zond.
- Hij, zij, het zond.
72 % |
van de Nederlanders;
|
71 % |
van de Vlamingen.[1]
|