flapte uit inflection of uitflappen: singular past indicative (dated or formal) singular past subjunctive uitflapte...
uitflapte inflection of uitflappen: singular dependent-clause past indicative (dated or formal) singular dependent-clause past subjunctive flapte uit...
From uit (“out”) + flap (“flap”) + -en. uitflappen to blurt out without thinking flapuit flappen uit...