7 Results found for "laatje".

laatje

laatje n (plural laatjes) diminutive of la diminutive of laat aaltje...


laatjes

laatjes plural of laatje...


aaltje

aal‧tje aaltje n (plural aaltjes) diminutive of aal aaltje n (plural aaltjes) nematode, roundworm; animal of the phylum Nematoda Synonym: rondworm laatje...


laci

Dutch laatje, diminutive of la (“drawer”). laci drawer lacī present passive infinitive of laciō laci Latin spelling of ლაჯი (laci) From Dutch laatje, diminutive...


laat

Dutch *lāt, from Proto-Germanic *lētaz. laat m (plural laten, diminutive laatje n) (historical) serf Synonyms: halfvrije, horige, lijfeigene, serf leenlaat...


horen

in die kast. ― This book belongs in that shelf. De sleutels horen in het laatje. ― The keys belong in the drawer. (auxiliary, with te) to be supposed to...


la

*latha, from Proto-Germanic *hlaþō. la f (plural laden or la's, diminutive laatje n) drawer lade bestekla bureaula schuifla Afrikaans: laai → Caribbean Hindustani:...