3 Résultats trouvés pour "doorploegde".

doorploegde

doorploegde \Prononciation ?\ transitif Deuxième personne du singulier du présent de doorploegen. Troisième personne du singulier du présent de doorploegen...


doorploegd

doorploegd \Prononciation ?\ transitif Participe passé de doorploegen. (Région à préciser) : écouter « doorploegd [Prononciation ?] »...


doorploegen

doorploeg doorploegde jij doorploegt hij, zij, het doorploegt wij doorploegen doorploegden jullie doorploegen zij doorploegen u doorploegt doorploegde Auxiliaire...