Geluid: jennen (hulp, bestand) jen·nen Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘plagen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1937 jennen overgankelijk...
chinchar overgankelijk jennen, sarren, plagen, pesten, treiteren zaniken fastidiar, molestar, cabrear...
gejend (hulp, bestand) ge·jend vervoeging van jennen: de stam met omvoegsel ge- -d gejend voltooid deelwoord van jennen Het woord gejend staat in de Woordenlijst...
tijd van jennen Jij jent. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jennen Hij jent. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van jennen Jent! Het...
Geluid: jennend (hulp, bestand) jen·nend jennend onvoltooid deelwoord van jennen Het woord jennend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...
bestand) ge·jen·de gejende verbogen vorm van gejend, voltooid deelwoord van jennen Het woord 'gejende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de...
Geluid: jende (hulp, bestand) jen·de jende enkelvoud verleden tijd van jennen Ik jende. Jij jende. Hij, zij, het jende. Het woord jende staat in de...
jen·nen·de jennende verbogen vorm van jennend, het onvoltooid deelwoord van jennen Het woord jennende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse...
ondraaglijk kwellen' pesten overgankelijk jennen, treiteren Ben jij op school weer gepest? plagen wegpesten 1. jennen, treiteren Het woord pesten staat...
Geluid: jenden (hulp, bestand) jen·den jenden meervoud verleden tijd van jennen Wij jenden. Jullie jenden. Zij jenden. Het woord jenden staat in de Woordenlijst...