10 Resultaten gevonden voor "afdokken".

afdokken

Geluid:  afdokken    (hulp, bestand) IPA: / ˈɑvdɔkə(n) / (3 lettergrepen) af·dok·ken samenstelling van  af bw  en  dokken ww  afdokken met tegenzin en...


afdokkend

Geluid:  afdokkend    (hulp, bestand) af·dok·kend afdokkend onvoltooid deelwoord van afdokken Het woord afdokkend staat in de Woordenlijst Nederlandse...


afdokkende

Geluid:  afdokkende    (hulp, bestand) af·dok·ken·de afdokkende verbogen vorm van afdokkend, het onvoltooid deelwoord van afdokken Het woord afdokkende staat...


afdok

 afdok    (hulp, bestand) af·dok afdok (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken ... dat ik afdok.  Het woord afdok staat...


dok af

tijd van afdokken Ik dok af.  gebiedende wijs van afdokken Dok af!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken Dok je af...


dokt af

van afdokken Jij dokt af.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken Hij dokt af.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdokken Dokt...


afgedokt

Geluid:  afgedokt    (hulp, bestand) af·ge·dokt vervoeging van afdokken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling...


afdokt

tegenwoordige tijd van afdokken ... dat jij afdokt.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken ... dat hij afdokt.  Het...


afgedokte

af·ge·dok·te afgedokte verbogen vorm van afgedokt, voltooid deelwoord van afdokken Het woord 'afgedokte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van...


afdokte

bestand) af·dok·te afdokte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afdokken ... dat ik afdokte.  ... dat jij afdokte.  ... dat hij, zij, het afdokte...