africhtte (hulp, bestand) af·richt·te africhtte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van africhten ... dat ik africhtte. ... dat jij africhtte...
Geluid: africhten (hulp, bestand) af·rich·ten samenstelling van af bw en richten ww africhten overgankelijk door middel van oefening voor iets...
Geluid: africhtten (hulp, bestand) af·richt·ten africhtten (in een bijzin) meervoud verleden tijd van africhten ...dat wij africhtten. ...dat jullie...
Geluid: africht (hulp, bestand) af·richt africht (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van africhten ... dat ik africht. (in een...
Geluid: africhtend (hulp, bestand) af·rich·tend africhtend onvoltooid deelwoord van africhten Het woord africhtend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
africhtende (hulp, bestand) af·rich·ten·de africhtende verbogen vorm van africhtend, het onvoltooid deelwoord van africhten Het woord africhtende staat...
Geluid: africhtingen (hulp, bestand) af·rich·tin·gen de africhtingen mv meervoud van het zelfstandig naamwoord africhting Het woord africhtingen staat...
Geluid: africhting (hulp, bestand) af·rich·ting afleiding van Naamwoord van handeling africhten met het achtervoegsel -ing de africhting v het dieren...
amaestrar a·ma·es·trar overgankelijk africhten, dresseren trainen, coachen [1] adiestrar...