aftape (hulp, bestand) af·tape aftape (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftapen ... dat ik aftape. Het woord aftape...
Geluid: aftapend (hulp, bestand) af·ta·pend aftapend onvoltooid deelwoord van aftapen Het woord aftapend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal...
Geluid: aftapende (hulp, bestand) af·ta·pen·de aftapende verbogen vorm van aftapend, het onvoltooid deelwoord van aftapen Het woord aftapende staat in...
Geluid: aftapbaars (hulp, bestand) af·tap·baars aftapbaars partitief van de stellende trap van aftapbaar Dat is iets aftapbaars... ...
aftap (hulp, bestand) af·tap aftap (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftappen ... dat ik aftap. Het woord aftap staat...
Geluid: aftapbare (hulp, bestand) af·tap·ba·re aftapbare verbogen vorm van de stellende trap van aftapbaar...
Geluid: aftapbaar (hulp, bestand) IPA: / ɑfˈtɑbar / (3 lettergrepen) af·tap·baar Naamwoord van handeling van aftappen met het achtervoegsel -baar...
Geluid: aftapen (hulp, bestand) af·ta·pen samenstelling van af bw en tapen ww aftapen iets met een zelfklevende strook afplakken ▸ Een afwisseling...
tijd van aftapen Ik tape af. gebiedende wijs van aftapen Tape af! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftapen Tape je af...
Geluid: afgetapet (hulp, bestand) af·ge·tapet vervoeging van aftapen: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling...