10 Resultaten gevonden voor "belden_door".

belden door

Geluid:  belden door    (hulp, bestand) bel·den door uit belden (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan belden (...) door meervoud...


belden

Geluid:  belden    (hulp, bestand) bel·den belden meervoud verleden tijd van bellen Wij belden.  Jullie belden.  Zij belden.  Het woord belden staat in...


belden in

Geluid:  belden in    (hulp, bestand) bel·den in uit belden (werkwoord) en in, hiertussen kunnen nog andere woorden staan belden (...) in meervoud verleden...


belden op

andere woorden staan belden (…) op meervoud verleden tijd van opbellen Wij belden op.  Jullie belden op.  Zij belden op.  Het woord belden op staat in de Woordenlijst...


belden aan

woorden staan belden (…) aan meervoud verleden tijd van aanbellen Wij belden aan.  Jullie belden aan.  Zij belden aan.  Het woord belden aan staat in de...


belden rond

Geluid:  belden rond    (hulp, bestand) bel·den rond uit belden (werkwoord) en rond, hiertussen kunnen nog andere woorden staan belden (...) rond meervoud...


belden af

andere woorden staan belden (…) af meervoud verleden tijd van afbellen Wij belden af.  Jullie belden af.  Zij belden af.  Het woord belden af staat in de Woordenlijst...


belden terug

woorden staan belden (…) terug meervoud verleden tijd van terugbellen Wij belden terug.  Jullie belden terug.  Zij belden terug.  Het woord belden terug staat...


belde

Geluid:  belde    (hulp, bestand) bel·de belde enkelvoud verleden tijd van bellen Ik belde.  Jij belde.  Hij, zij, het belde.  Het woord belde staat in...


belde door

 belde door    (hulp, bestand) bel·de door belde door enkelvoud verleden tijd van doorbellen Ik belde door.  Jij belde door.  Hij, zij, het belde door...