bruinerende (hulp, bestand) brui·ne·ren·de bruinerende verbogen vorm van bruinerend, het onvoltooid deelwoord van bruineren Het woord bruinerende staat...
bruineer (hulp, bestand) brui·neer bruineer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruineren Ik bruineer. gebiedende wijs van bruineren Bruineer...
Geluid: bruinerend (hulp, bestand) brui·ne·rend bruinerend onvoltooid deelwoord van bruineren Het woord bruinerend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: bruineren (hulp, bestand) brui·ne·ren afgeleid van het Franse brunir (met het achtervoegsel -eren) bruineren overgankelijk bruin maken overgankelijk...
Geluid: bruiner (hulp, bestand) brui·ner bruiner onverbogen vorm van de vergrotende trap van bruin Het woord bruiner staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: bruinere (hulp, bestand) brui·ne·re bruinere verbogen vorm van de vergrotende trap van bruin Het woord bruinere staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: bruiners (hulp, bestand) brui·ners bruiners partitief van de vergrotende trap van bruin Het woord bruiners staat in de Woordenlijst Nederlandse...
bestand) ge·brui·neerd vervoeging van bruineren: de stam met omvoegsel ge- -d gebruineerd voltooid deelwoord van bruineren Het woord gebruineerd staat in de...
bruineren Jij bruineert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bruineren Hij bruineert. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bruineren...
ge·brui·neer·de gebruineerde verbogen vorm van gebruineerd, voltooid deelwoord van bruineren Het woord 'gebruineerde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal...