despejaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van despejar despejaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van despejarse...
despejare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van despejar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
despejaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van despejar despejaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende...
voorwaardelijke tijd (condicional) van despejar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van despejar despejaría eerste persoon enkelvoud...
tegenwoordige tijd (presente) van despejar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van despejar despejamos eerste persoon meervoud...
despejado wolkeloos, onbewolkt helder despejado voltooid deelwoord (participio) van despejar despejado voltooid deelwoord (participio) van despejarse...
tegenwoordige tijd (presente) van despejar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despejar gebiedende wijs (bevestigend...
verleden tijd (pretérito imperfecto) van despejar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van despejar despejaba eerste persoon enkelvoud...
tegenwoordige tijd (presente) van despejar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despejar despeja derde persoon...