10 Resultaten gevonden voor "fonkelen/vervoeging".

fonkelen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van fonkelen onbepaalde wijs kort lang onvoltooid tegenwoordig fonkelen te fonkelen toekomend zullen fonkelen te zullen...


fonkel

 fonkel    (hulp, bestand) fon·kel fonkel eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fonkelen Ik fonkel.  gebiedende wijs van fonkelen Fonkel! ...


fonkelende

Geluid:  fonkelende    (hulp, bestand) fon·ke·len·de fonkelende verbogen vorm van fonkelend, het onvoltooid deelwoord van fonkelen fonkelende verbogen...


gefonkeld

 gefonkeld    (hulp, bestand) ge·fon·keld vervoeging van fonkelen: de stam met omvoegsel ge- -d gefonkeld voltooid deelwoord van fonkelen Het woord gefonkeld staat in...


fonkelend

Geluid:  fonkelend    (hulp, bestand) fon·ke·lend fonkelend onvoltooid deelwoord van fonkelen fonkelend helder stralend ,,De moonwalk is ontwikkeld op...


brillar

glanzen schitteren, fonkelen Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? bri·llar brillar onovergankelijk glanzen, schitteren, fonkelen, glinsteren, blinken...


fonkelt

van fonkelen Jij fonkelt.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fonkelen Hij fonkelt.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fonkelen Fonkelt...


shimmer

shimmer fonkeling shimmer onovergankelijk flikkeren [1], fonkelen, glinsteren...


gefonkelde

ge·fon·kel·de gefonkelde verbogen vorm van gefonkeld, voltooid deelwoord van fonkelen Het woord 'gefonkelde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van...


fonkelde

 fonkelde    (hulp, bestand) fon·kel·de fonkelde enkelvoud verleden tijd van fonkelen Ik fonkelde.  Jij fonkelde.  Hij, zij, het fonkelde.  Het woord fonkelde...