frustraré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van frustrar frustraré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van frustrarse...
toekomende tijd (futuro) van frustrar frustrare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van frustrarse aanvoegende wijs derde persoon...
derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van frustrar frustraren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van frustrarse...
bestaat nog niet. Aanmaken? frus·trar frustrar overgankelijk frustreren, ontmoedigen verijdelen, doen mislukken frustrar in: Diccionario de la lengua española...
frustraría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van frustrarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van frustrarse...
frustrado voltooid deelwoord (participio) van frustrar frustrado voltooid deelwoord (participio) van frustrarse...
frustramos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van frustrarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrarse...
eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van frustrarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van frustrarse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van frustrarse...