nog niet. Aanmaken? li·gar·se ligarse wederkerend zich verbinden een verbond aangaan [1] comprometerse [2] unirse ligarse in: Diccionario de la lengua...
toekomende tijd (futuro) van ligar ligare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van ligarse aanvoegende wijs derde persoon...
ligaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van ligar ligaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van ligarse...
aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van ligar ligaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van ligarse...
niet. Aanmaken? li·gar ligar onovergankelijk bij elkaar passen overgankelijk vastbinden, vastmaken [1] armonizar [2] atar ligar in: Diccionario de la lengua...
ligado voltooid deelwoord (participio) van ligar ligado voltooid deelwoord (participio) van ligarse...
ligaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van ligarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van ligarse...
ligar ligamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van ligarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van ligarse...
ligaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ligarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ligarse...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ligarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ligarse...