mortificaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van mortificar mortificaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van mortificarse...
toekomende tijd (futuro) van mortificar mortificare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van mortificarse aanvoegende wijs derde...
persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van mortificar mortificaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van mortificarse...
Aanmaken? mor·ti·fi·car mortificar overgankelijk kastijden krenken, kwellen, vernederen [1] afligir, desazonar, atormentar mortificar in: Diccionario de la...
eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van mortificarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van mortificarse...
mortificado voltooid deelwoord (participio) van mortificar mortificado voltooid deelwoord (participio) van mortificarse...
mortificamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mortificarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van mortificarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mortificarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mortificarse...
persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van mortificarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van mortificarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mortificarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van mortificarse...