10 Resultaten gevonden voor "nadoen/vervoeging".

nadoen/vervoeging

zal nadoen zult/zal nadoen zult/zal nadoen zult nadoen zal nadoen zullen nadoen zullen nadoen zullen nadoen voorwaardelijk (o.v.t.t.) zou nadoen zou nadoen...


nagedaan

na·ge·daan vervoeging van nadoen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  na bw  en  gedaan ww  nagedaan voltooid deelwoord van nadoen...


doe na

tegenwoordige tijd van nadoen Ik doe na.  gebiedende wijs van nadoen Doe na!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nadoen Doe je na?  aanvoegende...


nadoe

enkelvoud tegenwoordige tijd van nadoen ... dat ik nadoe.  nadoe (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van nadoen ... dat men nadoe. ...


nadoet

enkelvoud tegenwoordige tijd van nadoen ... dat jij nadoet.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nadoen ... dat hij nadoet. ...


copiar

nadoen, imiteren Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? co·piar copiar overgankelijk kopiëren, natekenen, naschilderen, overschrijven nadoen, nabootsen...


nadoend

Geluid:  nadoend    (hulp, bestand) na·doend nadoend onvoltooid deelwoord van nadoen...


imiti

imiti nabootsen, imiteren, nadoen...


doet na

tijd van nadoen Jij doet na.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nadoen Hij doet na.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van nadoen Doet na...


nadeed

 nadeed    (hulp, bestand) na·deed nadeed (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nadoen ... dat ik nadeed.  ... dat jij nadeed.  ... dat hij, zij, het nadeed. ...