pillaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van pillar pillaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van pillarse...
toekomende tijd (futuro) van pillar pillare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van pillarse aanvoegende wijs derde persoon...
wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van pillar pillaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van pillarse...
Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? pi·llar pillar overgankelijk roven, plunderen betrappen [1] robar [2] coger pillar in: Diccionario de la lengua española...
pillaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van pillarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van pillarse...
pillado voltooid deelwoord (participio) van pillar pillado voltooid deelwoord (participio) van pillarse...
pillamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pillarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van pillarse...
pillaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van pillarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van pillarse...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pillarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van pillarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pillarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van pillarse...