10 Resultaten gevonden voor "raasde".

raasde

Geluid:  raasde    (hulp, bestand) raas·de raasde enkelvoud verleden tijd van razen Ik raasde.  Jij raasde.  Hij, zij, het raasde.  Het woord raasde staat...


raasde uit

Geluid:  raasde uit    (hulp, bestand) raas·de uit uit raasde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan raasde uit enkelvoud verleden...


raasde aan

Geluid:  raasde aan    (hulp, bestand) raas·de aan raasde aan enkelvoud verleden tijd van aanrazen Ik raasde aan.  Jij raasde aan.  Hij, zij, het raasde aan...


raasde af

Geluid:  raasde af    (hulp, bestand) raas·de af raasde af enkelvoud verleden tijd van afrazen Ik raasde af.  Jij raasde af.  Hij, zij, het raasde af.  Het...


raasde voort

Geluid:  raasde voort    (hulp, bestand) raas·de voort raasde voort enkelvoud verleden tijd van voortrazen Ik raasde voort.  Jij raasde voort.  Hij, zij...


raasde voorbij

Geluid:  raasde voorbij    (hulp, bestand) raas·de voor·bij raasde voorbij enkelvoud verleden tijd van voorbijrazen Ik raasde voorbij.  Jij raasde voorbij...


raasde rond

Geluid:  raasde rond    (hulp, bestand) raas·de rond uit raasde (werkwoord) en rond, hiertussen kunnen nog andere woorden staan raasde (...) rond enkelvoud...


raasde langs

Geluid:  raasde langs    (hulp, bestand) raas·de langs uit raasde (werkwoord) en langs, hiertussen kunnen nog andere woorden staan raasde (...) langs enkelvoud...


raasden

Geluid:  raasden    (hulp, bestand) raas·den raasden meervoud verleden tijd van razen Wij raasden.  Jullie raasden.  Zij raasden.  Het woord raasden staat...


raasden uit

Geluid:  raasden uit    (hulp, bestand) raas·den uit uit raasden (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan raasden uit meervoud verleden...