10 Resultaten gevonden voor "snakken/vervoeging".

snakken/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van snakken onbepaalde wijs kort lang onvoltooid tegenwoordig snakken te snakken toekomend zullen snakken te zullen...


snak

Geluid:  snak    (hulp, bestand) snak snak eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snakken Ik snak.  gebiedende wijs van snakken Snak!  (bij inversie)...


gesnakt

Geluid:  gesnakt    (hulp, bestand) ge·snakt vervoeging van snakken: de stam met omvoegsel ge- -t gesnakt voltooid deelwoord van snakken...


snakke

Geluid:  snakke    (hulp, bestand) snak·ke snakke aanvoegende wijs van snakken Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? IPA: /ˈsnɑgə/ snak·ke Afkomstig...


snakt

tijd van snakken Jij snakt.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snakken Hij snakt.  (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snakken Snakt! ...


snakte

Geluid:  snakte    (hulp, bestand) snak·te snakte enkelvoud verleden tijd van snakken Ik snakte.  Jij snakte.  Hij, zij, het snakte. ...


snakkende

Geluid:  snakkende    (hulp, bestand) snak·ken·de snakkende verbogen vorm van snakkend, het onvoltooid deelwoord van snakken Het woord snakkende staat in de...


snakten

Geluid:  snakten    (hulp, bestand) snak·ten snakten meervoud verleden tijd van snakken Wij snakten.  Jullie snakten.  Zij snakten. ...


snakkend

Geluid:  snakkend    (hulp, bestand) snak·kend snakkend onvoltooid deelwoord van snakken ▸ Ze waren de onbetwiste heerseressen van de barakken en hielden...


gasp

werkwoord "gaspen". gasp onovergankelijk hijgen onovergankelijk [naar adem] snakken «He was gasping for breath.» Hij snakte naar adem. onovergankelijk zwoegen...