10 Resultaten gevonden voor "vastkoekend".

vastkoekend

Geluid:  vastkoekend    (hulp, bestand) vast·koe·kend vastkoekend onvoltooid deelwoord van vastkoeken Het woord vastkoekend staat in de Woordenlijst Nederlandse...


vastkoekende

Geluid:  vastkoekende    (hulp, bestand) vast·koe·ken·de vastkoekende verbogen vorm van vastkoekend, het onvoltooid deelwoord van vastkoeken Het woord...


vastkoek

Geluid:  vastkoek    (hulp, bestand) vast·koek vastkoek (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastkoeken ... dat ik vastkoek.  Het...


vastkoeken

Geluid:  vastkoeken    (hulp, bestand) vast·koe·ken samenstelling van  vast bw  en  koeken ww  vastkoeken vastplakken van iets dat eigenlijk niet de bedoeling...


koek vast

van vastkoeken Ik koek vast.  gebiedende wijs van vastkoeken Koek vast!  (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastkoeken Koek...


vastgekoekt

Geluid:  vastgekoekt    (hulp, bestand) vast·ge·koekt vervoeging van vastkoeken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling...


koekt vast

enkelvoud tegenwoordige tijd van vastkoeken Jij koekt vast.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastkoeken Hij koekt vast.  (verouderd) gebiedende...


vastkoekt

tegenwoordige tijd van vastkoeken ... dat jij vastkoekt.  (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastkoeken ... dat hij vastkoekt...


vastkoekte

bestand) vast·koek·te vastkoekte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vastkoeken ... dat ik vastkoekte.  ... dat jij vastkoekte.  ... dat hij, zij, het...


vastkoekten

vast·koek·ten vastkoekten (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vastkoeken ...dat wij vastkoekten.  ...dat jullie vastkoekten.  ...dat zij vastkoekten...