Geluid: verzegde (hulp, bestand) ver·zeg·de verzegde enkelvoud verleden tijd van verzeggen Ik verzegde. Jij verzegde. Hij, zij, het verzegde. verbogen...
Geluid: verzegden (hulp, bestand) ver·zeg·den verzegden meervoud verleden tijd van verzeggen Wij verzegden. Jullie verzegden. Zij verzegden. ...
Geluid: verzegd (hulp, bestand) ver·zegd vervoeging van verzeggen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel verzegd voltooid deelwoord...
stamtijd onbepaalde wijs verleden tijd voltooid deelwoord verzeggen verzegde verzegd zwak -d volledig...
verzeggen verzeggen verleden (o.v.t.) verzegde verzegde verzegde verzegde verzegde verzegden verzegden verzegden toekomend (o.t.t.t.) zal verzeggen zult/zal...