vivare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van vivar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? vi·var vivar overgankelijk toejuichen, bejubelen [1] vitorear vivar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk...
vivaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van vivar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van vivar...
vivaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van vivar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van vivar...
persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van vivar...