poolen in de stad of voetballen was vaste prik. achteruitvoetballen 1. een spel met een voetbal spelen de voetballen mv meervoud van het zelfstandig...
Geluid: voetballend (hulp, bestand) voet·bal·lend voetballend onvoltooid deelwoord van voetballen...
Geluid: voetballende (hulp, bestand) voet·bal·len·de voetballende verbogen vorm van voetballend, het onvoltooid deelwoord van voetballen Het woord...
Geluid: gevoetbald (hulp, bestand) ge·voet·bald vervoeging van voetballen: de stam met omvoegsel ge- -d gevoetbald voltooid deelwoord van voetballen...
enkelvoud tegenwoordige tijd van voetballen Jij voetbalt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voetballen Hij voetbalt. (verouderd) gebiedende...
Geluid: voetbalde (hulp, bestand) voet·bal·de voetbalde enkelvoud verleden tijd van voetballen Ik voetbalde. Jij voetbalde. Hij, zij, het voetbalde. ...
Geluid: voetbalden (hulp, bestand) voet·bal·den voetbalden meervoud verleden tijd van voetballen Wij voetbalden. Jullie voetbalden. Zij voetbalden. ...
tijd van voetballen Ik voetbal. gebiedende wijs van voetballen Voetbal! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voetballen Voetbal...
veldje waar men op kan voetballen Het trapveldje ligt op loopafstand van hun huis. 1. een veldje waar men op kan voetballen het trapveldje o verkleinwoord...
bestand) voet·bal·kooi Samenstelling van voetbal en kooi de voetbalkooi v / m een omheind stuk grond bestemd om te voetballen en de bal binnen te houden...