Geluid: voorbewerk (hulp, bestand) voor·be·werk voorbewerk (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbewerken ... dat ik...
Geluid: voorbewerkend (hulp, bestand) voor·be·wer·kend voorbewerkend onvoltooid deelwoord van voorbewerken Het woord voorbewerkend staat in de Woordenlijst...
Geluid: voorbewerkende (hulp, bestand) voor·be·wer·ken·de voorbewerkende verbogen vorm van voorbewerkend, het onvoltooid deelwoord van voorbewerken Het...
Geluid: voorbewerken (hulp, bestand) voor·be·wer·ken samenstelling van voor bw en bewerken ww voorbewerken een eerste bewerking uitvoeren voordat...
Geluid: voorbewerkt (hulp, bestand) voor·be·werkt vervoeging van voorbewerken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel (van het scheidbare...
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbewerken Ik bewerk voor. gebiedende wijs van voorbewerken Bewerk voor! (bij inversie) tweede persoon...
enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbewerken Jij bewerkt voor. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbewerken Hij bewerkt voor. (verouderd)...
voor·be·werk·te voorbewerkte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorbewerken ... dat ik voorbewerkte. ... dat jij voorbewerkte. ... dat hij, zij...
bestand) be·werk·te voor bewerkte voor enkelvoud verleden tijd van voorbewerken Ik bewerkte voor. Jij bewerkte voor. Hij, zij, het bewerkte voor. ...
voor·be·werk·ten voorbewerkten (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbewerken ...dat wij voorbewerkten. ...dat jullie voorbewerkten. ...dat zij voorbewerkten...