(maatschappij) groep personen die met elkaar omgaan omdat ze bepaalde belangen of opvattingen delen Dat is in deze kringen niet gebruikelijk. ▸ Het bijzondere...
meervoud van het zelfstandig naamwoord kring kringen (verouderd) een cirkel vormen kringelen Het woord kringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal...
kringsgewijs (hulp, bestand) krings·ge·wijs Afgeleid van kring met het achtervoegsel -gewijs en met het invoegsel -s- kringsgewijs als een kring De kringsgewijs opgestelde...
kringvormig (hulp, bestand) kring·vor·mig afgeleid van kring met het achtervoegsel -vormig kringvormig vorm van een kring hebbend Bij een schimmelinfectie...
Geluid: dampkringsluchtje (hulp, bestand) damp·krings·lucht·je het dampkringsluchtje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dampkringslucht...
Geluid: dampkringsluchtjes (hulp, bestand) damp·krings·lucht·jes de dampkringsluchtjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord dampkringslucht...
kringsgewijze (hulp, bestand) krings·ge·wij·ze kringsgewijze verbogen vorm van de stellende trap van kringsgewijs Het woord kringsgewijze staat in de Woordenlijst...
bestand) damp·krings·luch·ten de dampkringsluchten mv meervoud van het zelfstandig naamwoord dampkringslucht Het woord dampkringsluchten staat...
Geluid: dampkringslucht (hulp, bestand) damp·krings·lucht samenstelling van dampkring en lucht met het invoegsel -s- de dampkringslucht v / m lucht...
Geluid: kringde (hulp, bestand) kring·de kringde enkelvoud verleden tijd van kringen Ik kringde. Jij kringde. Hij, zij, het kringde. ...