Geluid: ruziën (hulp, bestand) ru·ziën, ru·zi·en ruziën inergatief ruzie maken. Die twee zijn al heel de dag aan het ruziën. kiften, kijven, krakelen...
disputar discussiëren, betwisten ruziën, kibbelen disputar overgankelijk kibbelen redetwisten, discussiëren, ruziën, kijven, betwisten...
bestand) ge·ru·zied vervoeging van ruziën: de stam met omvoegsel ge- -d geruzied voltooid deelwoord van ruziën Het woord geruzied staat in de Woordenlijst...
tijd van ruziën Jij ruziet. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziën Hij ruziet. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ruziën Ruziet! ...
reñir onovergankelijk twisten, ruziën, kibbelen, kijven overgankelijk een uitbrander geven, berispen...
barajar onovergankelijk kijven, ruziën, twisten overgankelijk schudden (van kaarten) beschouwen, overwegen...
chocar onovergankelijk botsen, stoten, in botsing komen slaags raken ruziën verrassen overgankelijk verbazen, verrassen, schokken toasten, klinken...
/ ˈryzijənt / (3 lettergrepen) ru·ziënd, ru·zi·end ruziën ww met de uitgang -d ruziënd onvoltooid deelwoord van ruziën attributief gebruikt De agent liep op het...