brood

Hallo, Sie haben hier nach der Bedeutung des Wortes brood gesucht. In DICTIOUS findest du nicht nur alle Wörterbuchbedeutungen des Wortes brood, sondern erfährst auch etwas über seine Etymologie, seine Eigenschaften und wie man brood in der Einzahl und Mehrzahl ausspricht. Hier finden Sie alles, was Sie über das Wort brood wissen müssen. Die Definition des Wortes brood wird Ihnen helfen, beim Sprechen oder Schreiben Ihrer Texte präziser und korrekter zu sein. Wenn Sie die Definition vonbrood und die anderer Wörter kennen, bereichern Sie Ihren Wortschatz und verfügen über mehr und bessere sprachliche Mittel.

brood (Afrikaans)

Singular

Plural

brood

brode

Worttrennung:

brood

In arabischer Schrift:

بْرُوَدْ

Aussprache:

IPA:
Hörbeispiele: Lautsprecherbild brood (Info)

Bedeutungen:

aus hauptsächlich Mehl, Wasser und Salz gebackenes Nahrungsmittel; Brot

Herkunft:

niederländisch brood → nl

Verkleinerungsformen:

broodjie

Beispiele:

Die bakker bak vroegoggend brood.
Der Bäcker backt frühmorgens Brot.

Wortbildungen:

broodboom, brooddeeg, broodkrummel, broodpoeding, broodrolletjie, broodvrug, bierbrood, braaibroodjie, brosbrood, bruinbrood, potbrood, rogbrood, roosterbrood, stokbrood, swartbrood, witbrood

Übersetzungen

Afrikaanser Wikipedia-Artikel „brood
Afrikaanse woordeboek „brood
n Singular Plural

Wortform het brood de broden

Diminutiv het broodje de broodjes

Worttrennung:

brood, Plural: bro·den

Aussprache:

IPA:
Hörbeispiele: Lautsprecherbild brood (Info)

Bedeutungen:

aus hauptsächlich Mehl, Wasser und Salz gebackenes Nahrungsmittel; Brot

Verkleinerungsformen:

broodje

Beispiele:

Er moet eerst brood op de plank.
Zuerst muss Brot auf den Tisch.

Redewendungen:

wiens brood men eet, diens woord men spreekt - wes Brot ich ess, des Lied ich sing

Wortbildungen:

broodachtig, broodbakker, broodbeleg, broodboom, brooddeeg, brooddief, brooddoos, broodkast, broodkever, broodkorf, broodkorst, broodkruimel, broodmaaltijd, broodmachine, broodmes, broodplank, broodprijs, broodpudding, broodrooster, broodsuiker, broodverbeteraar, broodvrucht, broodzak, aardappelbrood, apenbrood, avondbrood, boterbrood, bruinbrood, gehaktbrood, gerstebrood, hemelbrood, johannesbrood, kerstbrood, kokosbrood, krentenbrood, maanzaadbrood, maisbrood, melkbrood, pitabrood, puntbrood, roggebrood, rozijnenbrood, sesambrood, stokbrood, suikerbrood, tarwebrood, tijgerbrood, uienbrood, volkorenbrood, witbrood, zwartbrood

Übersetzungen

Niederländischer Wikipedia-Artikel „brood
Van Dale Onlinewoordenboek: „brood
PONS Niederländisch-Deutsch, Stichwort: „brood
dict.cc Niederländisch-Deutsch, Stichwort: „brood
uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „brood
mijnwoordenboek Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „brood
Langenscheidt Niederländisch-Deutsch, Stichwort: „brood