Univerbation of hoog + geplaatst.
hooggeplaatst (comparative hogergeplaatst, superlative hoogstgeplaatst)
Declension of hooggeplaatst | ||||
---|---|---|---|---|
uninflected | hooggeplaatst | |||
inflected | hooggeplaatste | |||
comparative | hogergeplaatst | |||
positive | comparative | superlative | ||
predicative/adverbial | hooggeplaatst | hogergeplaatst | het hoogstgeplaatst het hoogstgeplaatste | |
indefinite | m./f. sing. | hooggeplaatste | hogergeplaatste | hoogstgeplaatste |
n. sing. | hooggeplaatst | hogergeplaatst | hoogstgeplaatste | |
plural | hooggeplaatste | hogergeplaatste | hoogstgeplaatste | |
definite | hooggeplaatste | hogergeplaatste | hoogstgeplaatste | |
partitive | hooggeplaatsts | hogergeplaatsts | — |